Oranje havikskruid / devil’s paintbrush

Devil’s paintbrush – één van de Engelse volksnamen voor Pilosella aurantiaca – klinkt als een theatralere entree dan “oranje havikskruid”. P. aurantiaca is in Nederland trouwens niet inheems. In delen van Amerika, Canada en Australië wordt P. aurantiaca zelfs bestreden als een invasieve exoot – een “State Prohibited Weed” die de inheemse biodiversiteit bedreigt. Devil’s paintbrush indeed?

Lees verder “Oranje havikskruid / devil’s paintbrush”

Tuinjudaspenning (Lunaria annua)

Lunaria annua zaaddozen.
L. annua. Door Rasbak, CC BY-SA 3.0, Koppeling

Net als de narcis, heeft de naam “judaspenning” een wat macabere ontstaansgeschiedenis: toen Judas zich verhing, liet hij zijn 30 “penningen” – zijn beloning voor het verraden van Jezus – vallen onder de galg waaraan hij zichzelf verhing. Uit die 30 penningen zou judaspenning zijn ontsproten. En inderdaad, de ronde zaaddozen van de tuinjudaspenning doen denken aan muntstukken – vooral de gedroogde, zilverkleurige tussenschotten.

Lees verder “Tuinjudaspenning (Lunaria annua)”

Taraxacum officinale: officiëel is het een paardenbloem

De laatste zondag van april – dit jaar (2023) valt die zondag op 30 april – is de Internationale Dag van de Paardenbloem (#InternationalDayoftheDandelion), voor het eerst uitgeroepen door Herbarium Frisicum en Taraxacum Nederland in 2020. Door al deze aandacht voor de nederige paardenbloem – zelfs RTL Nieuws had het er afgelopen vrijdag over – werd ik geconfronteerd met hoe weinig ik eigenlijk weet van deze bloem. Eigenlijk moet ik zeggen: ‘bloemen’, meervoud, want Taraxacum – het genus van de paardenbloem – omvat duizenden soorten; alleen al in Nederland worden er meer dan 1000 soorten onderscheiden. (Een flink deel hiervan zijn trouwens wel ‘subsoorten’ en ‘microsoorten’, die onderling enthousiast kruisen.)

Lees verder “Taraxacum officinale: officiëel is het een paardenbloem”

Gewone vogelmelk: ongewoon mooi

Ornithogalum umbellatum – gewone vogelmelk – is een zeer sierlijk bolgewas dat van mei tot en met juni haar ongewone schoonheid tentoonspreid in haar sprookjesachtige domein: de bostuin bij ons vakantiehuisje in Norg, die ze deelt met veel andere stinsenplanten en voorjaarsbloeiers (zoals de narcis waar ik het kortgeleden over had).

Lees verder “Gewone vogelmelk: ongewoon mooi”

Tijloos – een stinsenplant om verliefd op te worden

“Tijloos” is een archaïsche naam voor Narcissus pseudonarcissus, beter bekend als de wilde narcis. Narcissus was tevens de naam van de Griekse jongeman die verliefd werd op zijn eigen reflectie. In sommige versies van de mythe kwijnde hij ter plaatse weg, gegrepen door zijn spiegelbeeld in het water. In andere versies smolt hij weg van de passie of ontnam zichzelf van het leven omdat hij nooit zichzelf zou kunnen krijgen. Maar in alle mythes ontsproot er een narcis daar waar Narcissus het leven liet.

Lees verder “Tijloos – een stinsenplant om verliefd op te worden”

Wilde akelei

De wilde akelei (Aquilegia vulgaris) komt, aldus Wikipedia, voor “op vochtige, beschaduwde grassige plekken en op lichte plaatsen in een loofbos.” De Schuilplaats staat op een open plek in het bos, met de lichtomstandigheden in de sprookjesachtige natuurtuin variërend van dichte schaduw tot volle zon, en dankzij de (al dan niet met onze hulp) opgebouwde organische materie houdt de droge zandgrond op veel plaatsen toch genoeg vocht vast.

Lees verder “Wilde akelei”

Douglassparrenbos in Norg

Douglassparren worden in Europa niet zo hoog als in het Noord-Amerika waar ze vandaan komen. Tenminste: in Amerika hebben hebben ze nog een paar restjes oerbos over, waarin honderden jaren oude douglassparren staan, van lang voordat de kapgrage Europese cultuur het gevarieerde Noord-Amerikaanse natuur- en cultuurlandschap overspoelde. De oudste douglassparren in Nederland staan er pas 160 jaar, sinds Koning Willem III ze achter de Koninklijke Stallen bij Paleis Het Loo liet aanplanten. De hoogste hiervan mat in 2017 50,4 meter.

Lees verder “Douglassparrenbos in Norg”

Uitputtingsslag tegen de Japanse duizendknoop

Toen ik in 2006 het terreinonderhoud rondom De Schuilplaats oppakte, stond de Japanse duizendknoop (Fallopia japonica) meer dan manshoog rondom het huisje. Ooit was die Fallopia japonica daar door Opa van der Molen gepoot en terwijl zijn zoon – míj́n vader – Popko van der Molen in de jaren vóór 2006 het tuinonderhoud steeds meer liet vieren, vierde F. japonica feest. Haar wortelstokken hadden de voormalige groentetuin (voor het houthok) overwoekerd; alsook, om de hoek, het bosje tussen de parkeerplaats en de garage; het bultje aan de overkant van de weg, tegenover die parkeerplaats; én – het meest irritant – tussen de tegels van het West-terras, voor de voordeur.

Lees verder “Uitputtingsslag tegen de Japanse duizendknoop”

Een veilige Schuilplaats voor muurbloemen

Bent U er wel eens van beschuldigd een muurbloempje te zijn? Ondergetekende wel. Of dat klopt (en of daar uberhaupt iets mis mee zou zijn) laat ik even in het midden. Één ding is zeker: op de meeste dagen zit ik liever op het zonnige terras bij ons boshuisje aan de hei naar de werkelijke muurbloemen te kijken dan dat ik me in het drukke gewoel van de stad werp.

Lees verder “Een veilige Schuilplaats voor muurbloemen”

Bosviooltje of maarts viooltje?

Al jarenlang – vermoedelijk een klein decennium – cultiveer ik het bosviooltje rondom ons vakantiehuisje in het bos in Norg. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, doet het bosviooltje het juist uitstekend buiten de zachte, humusrijke bosgrond. Viola riviniana is, net als Alcea rosea (de stokroos), zo’n soort die het goed doet in tegelspleten op het terras, of tussen de zwerfstenen (in bouwzand) die het grote zuidterras omsingelen als voedingsarme, bloemrijke border.

Lees verder “Bosviooltje of maarts viooltje?”