Bosandoorn (Stachys sylvatica)

De westelijke border bij de Schuilplaats ligt beschut in de schaduw van een wilde appelboom en een paardenkastanje. In het voorjaar is deze border bezaaid met bloeiende stinsenplanten. In de zomer bloeit dit stukje stinsentuin wat minder uitbundig. Wel bloeit hier al, zo lang als ik me kan herinneren, elke zomer: de bosandoorn (Stachys sylvatica).

Lees verder “Bosandoorn (Stachys sylvatica)”

De naam spreekt voor zich: gestreept nestzwammetje

Ik zag dit zwammetje denk ik voor het eerst in 2020. Daarvoor had ik het nog nooit in mijn leven gezien. Toen ik dit organisme aantrof in één van de verhoogde groentebedden, zat ik er een tijd vreemd naar te kijken. Ik vond geloof ik eerst een open bekertje, met daarin iets wat leek op zaden. Maar ik zag verder geen plantdelen. Een parasitaire plant? Een zwam? Maar een zwam heeft geen zaden; een zwam heeft sporen. Zouden het dan een soort sporenbundels zijn? Zou het bekertje een soort “nestje” met sporenbundels zijn? En zo gokte ik zomaar de naam: “nestzwammetje”.

Lees verder “De naam spreekt voor zich: gestreept nestzwammetje”

Oranje havikskruid / devil’s paintbrush

Devil’s paintbrush – één van de Engelse volksnamen voor Pilosella aurantiaca – klinkt als een theatralere entree dan “oranje havikskruid”. P. aurantiaca is in Nederland trouwens niet inheems. In delen van Amerika, Canada en Australië wordt P. aurantiaca zelfs bestreden als een invasieve exoot – een “State Prohibited Weed” die de inheemse biodiversiteit bedreigt. Devil’s paintbrush indeed?

Lees verder “Oranje havikskruid / devil’s paintbrush”

Tuinjudaspenning (Lunaria annua)

Lunaria annua zaaddozen.
L. annua. Door Rasbak, CC BY-SA 3.0, Koppeling

Net als de narcis, heeft de naam “judaspenning” een wat macabere ontstaansgeschiedenis: toen Judas zich verhing, liet hij zijn 30 “penningen” – zijn beloning voor het verraden van Jezus – vallen onder de galg waaraan hij zichzelf verhing. Uit die 30 penningen zou judaspenning zijn ontsproten. En inderdaad, de ronde zaaddozen van de tuinjudaspenning doen denken aan muntstukken – vooral de gedroogde, zilverkleurige tussenschotten.

Lees verder “Tuinjudaspenning (Lunaria annua)”

Wilde akelei: ook in het roze

Toen ik onlangs trots vertelde over de wilde akeleien in onze bostuin in Norg, illustreerde ik die natuurnotitie met een paar foto’s van paarse akeleien, met de kanttekening dat er meer kleurvariaties bestaan dan alleen paars. En nu kwam ik mijn foto-archief warempel roze akeleien tegen!

Lees verder “Wilde akelei: ook in het roze”

Taraxacum officinale: officiëel is het een paardenbloem

De laatste zondag van april – dit jaar (2023) valt die zondag op 30 april – is de Internationale Dag van de Paardenbloem (#InternationalDayoftheDandelion), voor het eerst uitgeroepen door Herbarium Frisicum en Taraxacum Nederland in 2020. Door al deze aandacht voor de nederige paardenbloem – zelfs RTL Nieuws had het er afgelopen vrijdag over – werd ik geconfronteerd met hoe weinig ik eigenlijk weet van deze bloem. Eigenlijk moet ik zeggen: ‘bloemen’, meervoud, want Taraxacum – het genus van de paardenbloem – omvat duizenden soorten; alleen al in Nederland worden er meer dan 1000 soorten onderscheiden. (Een flink deel hiervan zijn trouwens wel ‘subsoorten’ en ‘microsoorten’, die onderling enthousiast kruisen.)

Lees verder “Taraxacum officinale: officiëel is het een paardenbloem”

Tijloos – een stinsenplant om verliefd op te worden

“Tijloos” is een archaïsche naam voor Narcissus pseudonarcissus, beter bekend als de wilde narcis. Narcissus was tevens de naam van de Griekse jongeman die verliefd werd op zijn eigen reflectie. In sommige versies van de mythe kwijnde hij ter plaatse weg, gegrepen door zijn spiegelbeeld in het water. In andere versies smolt hij weg van de passie of ontnam zichzelf van het leven omdat hij nooit zichzelf zou kunnen krijgen. Maar in alle mythes ontsproot er een narcis daar waar Narcissus het leven liet.

Lees verder “Tijloos – een stinsenplant om verliefd op te worden”

Wilde akelei

De wilde akelei (Aquilegia vulgaris) komt, aldus Wikipedia, voor “op vochtige, beschaduwde grassige plekken en op lichte plaatsen in een loofbos.” De Schuilplaats staat op een open plek in het bos, met de lichtomstandigheden in de sprookjesachtige natuurtuin variërend van dichte schaduw tot volle zon, en dankzij de (al dan niet met onze hulp) opgebouwde organische materie houdt de droge zandgrond op veel plaatsen toch genoeg vocht vast.

Lees verder “Wilde akelei”

Een veilige Schuilplaats voor muurbloemen

Bent U er wel eens van beschuldigd een muurbloempje te zijn? Ondergetekende wel. Of dat klopt (en of daar uberhaupt iets mis mee zou zijn) laat ik even in het midden. Één ding is zeker: op de meeste dagen zit ik liever op het zonnige terras bij ons boshuisje aan de hei naar de werkelijke muurbloemen te kijken dan dat ik me in het drukke gewoel van de stad werp.

Lees verder “Een veilige Schuilplaats voor muurbloemen”

Bosviooltje of maarts viooltje?

Al jarenlang – vermoedelijk een klein decennium – cultiveer ik het bosviooltje rondom ons vakantiehuisje in het bos in Norg. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, doet het bosviooltje het juist uitstekend buiten de zachte, humusrijke bosgrond. Viola riviniana is, net als Alcea rosea (de stokroos), zo’n soort die het goed doet in tegelspleten op het terras, of tussen de zwerfstenen (in bouwzand) die het grote zuidterras omsingelen als voedingsarme, bloemrijke border.

Lees verder “Bosviooltje of maarts viooltje?”